De werklieden ontvangen jaarlijks een “vakantiecheque” van de Rijksdienst Jaarlijkse Vakantie of het bevoegde vakantiefonds.

Hiervoor betaalt u jaarlijks een bijdrage van 15,84 % (op de brutolonen aan 108%) aan de Rijksdienst Sociale Zekerheid ter financiering van dit vakantiegeld. Een gedeelte (nl. 5,57%) hiervan wordt driemaandelijks, samen met de andere RSZ- bijdragen geïnd en gestort aan de RSZ. Het resterende bedrag van 10,27% maakt jaarlijks het voorwerp uit van een debetbericht.

De vakbond ABVV heeft aangekondigd dat er op 12 maart 2024 in Brussel een Europese betoging wordt georganiseerd. Deze dag zal als een stakingsdag worden beschouwd waardoor werknemers mogelijk afwezig zullen zijn op het werk.

Bij kosteloze terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen aan een werknemer dient fiscaal een voordeel van alle aard (‘VAA’) te worden berekend als er naast beroepsverplaatsingen ook privéverplaatsingen met de bedrijfswagen toegestaan zijn.

Sinds 1 september 2023 kunnen alle werknemers gebruik maken van de elektronische controlekaart eC3.2 in het geval van tijdelijke economische werkloosheid. De werkgever is in dit geval vrijgesteld van de verplichting om een papieren controlekaart C3.2A te voorzien en, indien van toepassing, om deze werknemers in te schrijven in het validatieboek.

Sinds 1 januari 2024 zullen werknemers die ziek worden tijdens een periode van jaarlijkse vakantie hun vakantiedagen kunnen behouden om deze later op te nemen. De uitvoering van de arbeidsovereenkomst zal bijgevolg geschorst zijn ten gevolge van arbeidsongeschiktheid.

In het kader van de uitvoering van het Actieplan Sociale Fraudebestrijding 2023-2024, wordt in de maand maart een nationale flitscontrole in de verhuissector gepland.

Wanneer een medewerker nalaat zijn schulden te betalen, kunnen deze gedwongen bij u als werkgever geïnd worden. Dit kan onder meer gebeuren onder de vorm van een uitvoerend beslag onder derden of de uitvoering van een loonoverdracht.

Sinds 1 januari 2024 heeft een werknemer bij tijdelijke werkloosheid slechts recht op een uitkering gelijk aan 60% van zijn geplafonneerd loon, voorheen bedroeg dit 65%. Om deze daling voor de werknemer te compenseren, heeft de wetgever onder bepaalde voorwaarden voorzien in het recht op een extra toeslag van 5 euro, betaald door de werkgever of het Fonds voor Bestaanszekerheid.

Om de opleiding van werknemers te ondersteunen verplicht de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen werkgevers die 20 of meer werknemers in dienst hebben om opleidingsplannen op te stellen.